Met kleine sprongetjes vooruit
Oefening 1
De temperatuur om 2 uur ‘s nachts is | °C. | ||
De temperatuur om 2 uur ‘s middags is | °C. | ||
Het warmste moment van de dag is om | uur. | ||
Tussen het warmste en het koudste moment is er een temperatuurverschil van | °C. | ||
Bereken de gemiddelde temperatuur van 10 uur tot 20 uur. | °C. |
||